|
Er bestaat een afkorting voor deze congregatie: FSC, Fraters Christelijke Scholen). Het is een rooms-katholieke congregatie van leken-religieuzen (geen priesters) die zich volledig toelegt op onderwijs en opvoeding, vooral van kinderen en jongeren uit arme gezinnen. Ze leven in gemeenschap en werken samen met grote netwerken van leken (Lasallianen).
Hun stichter is
Johannes (Jean-Baptiste) de La Salle (1651–1719), en was priester uit Reims (Frankrijk).
Hij organiseerde gratis scholen, vernieuwde het lesgeven (in de volkstaal, niveaugroepen, lerarenvorming) en legde met zijn broeders de basis van een wereldwijd onderwijsnetwerk.
De pauselijke goedkeuring van het instituut volgde in 1725; In 1900 werd de La Salle heilig verklaard en in 1950 werd hij patroon van alle katholieke onderwijzers.
Het doel in hun missiewerk is evangelisatie via onderwijs: “een menselijke én christelijke opvoeding, vooral voor de armen”. Daarom zochten en zoeken ze plaatsen waar onderwijs schaars is of waar kwetsbare groepen extra steun nodig hebben (scholen, internaten, beroepsonderwijs, lerarenopleidingen, sociale projecten).
Waar zijn/waar waren ze actief?
Vandaag is er een Lasalliaanse aanwezigheid in bijna 80 landen met meer dan duizend onderwijscentra en een generalaat in Rome. De vijf wereldregio’s bestrijken Europa/Middellandse Zee, Afrika-Madagaskar, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Azië-Oceanië. Voorbeelden lopen van Europa en Noord-Amerika tot Afrika, Azië en de Pacific.
De eerste missionarissen van de Broeders van de Christelijke Scholen vertrokken in 1841 vanuit Frankrijk naar Canada en 1848 naar Birma (Myanmar).
De eerste echte “missie buiten Europa” begon in 1851 in Birma, gevolgd door India (1859) en Egypte (1858–1860).
Vanaf het einde van de 19e eeuw (ca. 1870–1890) werden missies gesticht in Ceylon (Sri Lanka), Australië, Papoea-Nieuw-Guinea, Afrika (1894–1899) en Latijns-Amerika.
?? Het doel was onderwijs, opvoeding en catechese in koloniën waar katholieke scholen gewenst waren.
België kreeg zijn eerste Lasalliaanse gemeenschap in 1817 (Brussel, Sint-Jans-Molenbeek).
Belgische broeders groeiden snel in aantal in de 19e eeuw; tegen 1870–1880 begonnen zij missionarissen te leveren voor de buitenlandse stichtingen.
De eerste Belgische Broeders van de Christelijke Scholen trokken naar Congo rond 1909–1911, kort vóór de Eerste Wereldoorlog, vanuit de Belgische provincie van de congregatie.
Ze werkten o.a. in Boma, Léopoldstad (Kinshasa), Matadi en later in Katanga.
Hun werk bestond uit onderwijs, opvoeding van inlandse catechisten, ambachtsscholen en landbouwscholen.
Tijdens de 20e eeuw volgden missies in o.a. Ruanda, Burundi, Madagaskar, Haïti en de Filippijnen, telkens met Belgische broeders in pioniersrollen.
|